2e etappe Giro Montafonmaandag 2 september, 2019
2e etappe Giro Montafon
26 Km en 1200 HM
Gistermiddag zijn we na onze eerste etappe even lekker de sauna ingedoken. We hebben echt een geweldige wellness in ons huis. We kwamen er alleen achter dat er geen dompelbadje is en dat onze relaxruimte ietwat klein is. Dat terwijl de sauna ruim genoeg is voor Daan, Marc, Ocko en de schrijvert. Maar ja wij kennen elkaar dan ook al wel heeeeeeel goed na 1 dag. Dat brengt ons dichter bij elkaar. Als bij iedereen de wijzertjes in het rood gaan in de sauna, en het ook de lokale spider iets te heet onder de voeten wordt, gaan we er uit. We staan bij de voordeur met een handdoekje om ons middel. Alleen Ocko heeft een grote handdoek mee genomen en das maar goed ook. Daar was zelfs een tafellaken nog aan de krappe kant geweest. En niet vanwege zijn taille-omvang. Dan krijgt één van dat stelletje zwakzinnigen het idee om in de beek af te koelen. Schaamde ik me in Westendorf al vanwege één klein bloot snikkeltje in het donker, hier komen vier sultanssabels op klaarlichte dag de schoonheid van een Oostenrijks bergbeekje om zeep helpen. Ongegeneerd slingeren de lianen door het water. Een lokale meerval voelt zich geïntimideerd en springt van schrikt uit zijn schuilplaats. Gelukkig is het water zo koud dat de terugtocht meer op een budgetbarbeque lijkt waarbij er fors op de worst is bezuinigd. Maar goed, als ervaren TransAlper weet ik dat schaamte het eerste is dat je verliest. Op korte afstand volgen de maagdelijkheid en alle fatsoensnormen.
Na het genot van de sauna gaan we ons klaarmaken om te eten. Het is ondertussen echt gaan regenen. Dat is de voorbode voor de dag van morgen. Voor onze maaltijd moeten we wederom een behoorlijke beklimming doen. Ook gisteren lag ons restaurant zo hoog dat ik niet verwacht dat ze in de winter open kunnen zijn. Dit moet met sneeuw echt onbereikbaar zijn. We zitten wel heel gezellig. De Oost-Europese serveerster doet hard haar best om ons goed te bedienen. Er lijkt even wat rust in de groep te komen. Er wordt gegeten, gedronken en de verhalen van de dag worden doorgenomen. Mijn bloeddruk kan eindelijk terug naar normaal. Totdat….er iemand moet poepen. Normaal gesproken niets aan de hand zou je zeggen, maar als je iemand uitdaagt te bewijzen dat er echt iets is geproduceerd, dan vraag je om ellende. Gatver de gatver je zou toch geen hap meer door je keel krijgen. Als een van de partners binnenkort de telefoon van manlief bekijkt is er echt stront aan de knikker. Ik denk dat we beter naar huis kunnen en gaan slapen. Gelukkig zijn de mannen het met mij eens.
Dan de rit van vandaag. We hebben er voor gekozen de 6e etappe in de GPS-en te laden. Het wordt vandaag echt de minste dag van de week en de regen voert de boventoon in de weerberichten. Iedereen snapt dat we op dag 6 dus nog flink aan de bak zullen moeten en niet rustig kunnen uitfietsen. Het is achteraf gelukkig allemaal meegevallen en we zijn wel nat als we terugkomen, maar zeker niet doorweekt. De rit begint wel pittig. De eerste kilometers zijn ongemakkelijk steil en de natte ondergrond maken de keien, het gras en de wortels niet echt makkelijke hindernissen. We rijden eigenlijk de hele ochtend in een dikke wolk die zwanger is van de regen. Pas als we grotere hoogtes bereiken, lijken we bijna door het dak van de wolk te kunnen kijken maar zover komt het net niet. Wel is het op die hoogte veel minder nat en is de mist niet zo dik. Het is altijd mooi om tussen de koeienbellen door de Alpen te fietsen. Zelfs met een zicht van minder dan 30 meter zien we dat het hier prachtig is. Wel jammer dat we de vergezichten nu moeten missen, maar je kunt niet alles hebben in t leven.
Als we na een paar uur klimmen bij de Lindauer hütte komen zijn we toch best moe gestreden. Hoewel Dirk het niet eens heeft gevraagd, gaan we toch naar binnen voor een bakkie koffie met een stukkie taart. De topfen strüdel is immens populair bij de mannen. Vooral als deze door een jonge dame worden geserveerd. Als ze alles weer bij moeten drinken wat ze dr hier uit zitten te kwijlen dan mogen de Camelbacks wel tot het randje worden gevuld.
De regenjasjes gaan aan want we gaan aan de afdaling beginnen. Hoewel het een korte etappe is, zijn de tracks zeker niet van het kaliber “lafjes naar de finish”. Echt mooi en uitdagend, zeker nu ze nat en glibberig zijn. Er wordt naar hartenlust over de keien gedenderd. Als Jord iets te enthousiast wordt, rijdt hij een buts in zijn velg. Dat is op zich al vervelend, maar als je tubeless rijdt (voor de lezers, zonder binnenbanden) dan blijft er geen lucht meer in zitten hè. We mogen dus een bandje gaan vervangen. Een mooi moment om te kijken of we Marc diezelfde afdaling ook kunnen laten nemen. Iedere keer verschuilt hij zich achter Dirk en Ocko en wandelt dus vaak de lastige stukken. Ik sleur m aan zijn nekvel omhoog en zeg “dalen met je luie flikker mafkees”. Hij kijkt nu wel heel angstig. Ik weet nu heel zeker dat die bolus op de foto gisteravond echt was. Hij schijt nu zienderogen weer zijn Rogelli-zeem vol. Nee, zegt hij, dit is me te gek, en hij wil weglopen. Ik sleur hem aan zijn spaghettiarmpjes terug en zet m op zijn zadel. En nou geen gelul en sturen laffe Hendrik. Met zijn vossenstaart tussen zijn benen neemt hij de eerste hindernissen. Halverwege steigert zijn fiets en moet hij er af. Toch veel verder dan hij zelf voor mogelijk had gehouden. Zie je wel pik, je kan het best. Hij moet er zelf toch ook om lachen. Ik weet zeker dat hij aan het eind van de week de koning van de afdaling kan zijn. Nu heb ik Marc wel even onder handen genomen, maar ook Ocko zit te schuilen als een malle. Op stukken waar hij prima moet kunnen rijden loopt hij als ridder Schijtebroek door de alpenwei. Als hij daar op wordt aangesproken, verwijt hij zijn eigen baas dat die steeds afstapt. Zoals een goed manager betaamt, geeft Dirk zijn pupil direct een vrije baan. Als hij vervolgens stopt voor een kiezelsteen die thuis gewoon in het grindpad ligt, is het duidelijk. Ocko moet morgen ook nog even terug naar de schoolbanken. Gister was blijkbaar wat beginnersgeluk. Daan en André doen samen nog een mooi stukkie synchroondalen. Ze zitten in een rotspad van anderhalve meter breed strak naast elkaar. Niet omdat het kan, maar omdat het moet. Remmen is geen optie, versnellen ook niet en afstappen?? nee dat staat niet in het woordenboek van de heren. Het komt gelukkig allemaal goed. We dalen over het asfalt knetterhard terug naar Schruns. Het water spuit ons om de oren, maar we zijn toch bijna thuis. Ondanks het laffe karakter van de rit is tie toch nog erg leuk geweest. Morgen mogen we echt aan de bak.
2 down 4 to go.