Dag 3 Livignodinsdag 4 september, 2018
4-9-2018
3e etappe Livigno
Waar zal ik eens beginnen? Er is weer een hoop gebeurd. Chronologisch dan maar. We hebben gisteravond een hapje gegeten in een tent met de naam “Why not”. Daar is het burgerbuffet geplunderd. Echt lekker gegeten, maar Robby verging van de pijn. We zijn op tied op huus an egoan. Daar hebben we een bakkie gedronken en de fietsdag nog even doorgenomen. De verslagen van dag 1 en dag 2 zijn voorgelezen en online gezet. De pret was weer enorm. Traditioneel werd er gestemd voor de leaders jearsy. Deze ging volledig terecht naar Daan vanwege de organisatie, de routes en zijn machtige fietskwaliteiten. Mien jong wat kan die gast er een snok an geven. Gewoon niet normaal. Als we naar bed gaan kunnen Robin en Andre niet slapen vanwege een lekkende kraan. Robin inspecteert het appartement maar komt telkens uit bij Mark van Beek. Zijn kraan blijkt te lekken. Knup dr in en slapen.
Op dinsdagmorgen ziet Rob er een stuk beter uit. Dat stemt ons allemaal positief. We gaan ontbijten. We hebben een ober die heel goed eieren kan koken, maar we krijgen ze maar niet. De beste man is zo scheel, dat zijn linkeroog in zijn rechterbroekzak kijkt. Volgens Klaas is dat superhandig met eieren koken. Eén oog op de eitjes en één op de kookwekker.
We gaan omkleden in de Arrivée-tenues. Het groen staat ons allen goed en er worden mooie foto’s gemaakt. Marco blijft vandaag bij Rob. Marco zwaait ons uit als we de koers weer in gaan. Vanuit Livigno rijden we richting de Zwitserse grens. Het begin is heerlijk golvend. Best lastig als de beentjes nog warm moeten worden. Dirk moppert nog een beetje over zijn hartslag, maar dat doet Den Doffer altijd. Als er een mooie Italiaans herdertje met twee honden voorbij komt heeft hij nog energie genoeg. We gaan iets pittiger klimmen. De zon breekt vol door en we stoppen om de arm- en beenstukken uit te doen. De groene shirts steken mooi af tegen de bergmassieven. Na een paar banaantjes en mueslibollen gaan we verder. Het laatste stukkie naar de grens is nog even pittig, maar uiteindelijk staan we allemaal hijgend boven. We zien op de helling tegenover ons een smal paadje naar beneden komen. Als Mark ons meldt dat we daar vanmiddag naar beneden komen, zie ik her en der toch wat angst in de ogen. Maar als we vervolgens Zwitserland induiken boven de 80 kilometer per uur, dan blijkt maar weer dat het verstand in deze groep ver beneden peil moet zijn. 80 per uur….met een fiets!! Hoe lijp kan je zijn. Bij de afslag meldt Jordy dat zijn voorrem volledig versleten is. We gaan direct aan het sleutelen, maar concluderen al snel, dat we niet de juiste remblokken bij ons hebben. Geheel volgens de stalorders besluit Jordy te stoppen. Goed om te zien dat we iets hebben geleerd van het voorval met Rob. Marco wordt gebeld en Jord wordt bij de grens opgepikt. Beetje jammer dat we ’t jong geen sleutel hebben meegegeven, maar de intenties waren in ieder geval goed. Tijdens de sleutelactie krijgen we nog een cursus duivenanatomie. Het blijkt dat het geslachtsorgaan van de duif geen lul is maar een cloaca. Geen idee wat we aan die informatie hebben, maar ja het wordt wel ff gedeeld. En doorrrrrrr…. We rijden een paadje op waar een paar koeien hun stinkende best doen om vreselijk in de weg te lopen. Ik adviseer Mark de koe een tikje op de kont te geven en een hoppa-geluid te maken. Hij kijkt me aan of hij nog liever de kont van Gerard Joling kust. De volgende in rij is Geert, vanaf nu boer Geert. Hij bespeelt de beesten of het zijn dagelijks werk is. Het pad is vrij en de koers gaat door…..want de TransAlp wacht op niemand.
Na een leuk trailtje waar André van Bas Nijhuis nog een flinke waarschuwing krijgt, gaat het de weg op. De Berninapas ligt aan een adembenemend panorama van gletsjers en hoge pieken. Klimmen gaat hier bijna vanzelf. Helemaal bovenaan, zijn twee helikopters druk met het storten van beton. Klaas onze bouwpokemon, moet daar natuurlijk even bij kijken. Ben benieuwd of ze bij de Oranje Nassau School de volgende keer raar staan te kijken als er heli’s op het schoolplein de kubels leegkwakken.
We liggen achter op schema. De rit van vandaag bevat ruim 80 kilometer lastige paden. Er is geen tijd voor koffie, we moeten zelfs de route een stukje inkorten om voor het donker binnen te kunnen zijn.
Als we Mark zijn derailleur hebben bijgesteld en nog wat mooie plaatsje hebben gemaakt, gaat de koers richting de beroemde Berninaspoorlijn. We volgen een trail die langs deze lijn het dal in voert. Echt lekker rijden, met mooie technische stukken en tussentijds geweldig zicht op de gletsjers. Het is doping voor de ogen. Halverwege scoren Geert en Mark nog een Itser, das een klap van een Zwitser. De beste man is zwaar over de zeik dat wij over het pad fietsen, dat volgens hem voor voetgangers bedoeld is. Maar goed ons Spaans is niet zo goed dat we alle teksten begrijpen die hier op de borden staan. We rijden keihard door. Maar zoals altijd komt an al dat gejakker een end. We moeten weer gaan klimmen. En niet te weinig ook. Ruim 800 hm in één klim. Het zonnetje trekt af en toe weg en dan merk je toch dat je boven de 2400 meter fietst. Het wordt meteen fris. Bij de meesten is het mooie er ook wel van af. Robin heeft me al zeker 5 keer aangekeken met een ‘ik bin dr kloar mee’- blik. Ik zie dat hij in mijn ogen hetzelfde ziet. Maar of je er nou klaar mee bent of niet. Je komt alleen maar thuis door verder te fietsen en je muil te houden. Huppatee en verder gaat de koers. In de klim komen we telkens een wandelaar tegen. De beste man heeft er flink de pas in. Als wij een happie doen, haalt hij ons weer in. Ook bij de hoog gelegen boerderij waar een moddervet Murmeltier de was aan het ophangen is, haalt de man ons weer bij. Dirk geeft de man een compliment voor zijn ferme pas. Hij antwoord dat hij nogal haast heeft. Hij moet de bus halen! Huhhhh??? Op 2400 meter, geen sterveling te zien, geen weg te bekennen, de dichtstbijzijnde weg ligt 1000 meter lager en nog zeker 8 kilometer lopen. Zou hij ons in de zeik nemen?? Nou dan is het een leuke grap, maar volgens mij is die duivenlul….oh nee cloaca dan mooi zelf het slachtoffer van zijn grap. We jakkeren door. Je weet immers maar nooit met zo’n mafkees. Het laatste stuk klimmen is hobbelen en stuiteren over keien en door het water. Maarrrr…we rijden de bijzondere wandelaar op flinke afstand. Robin laat ons nog een keer schrikken door te melden dat hij er weer aankomt, maar het is loos alarm.
Dan de afdaling. Ik durf hier eigenlijk niet de waarheid over te vertellen, anders mogen we nooit meer weg van het thuisfront. Maar ja, die persvrijheid dringt dan toch aan. Het is gekkenwerk! Een paadje van 50cm breed. Ruim 1000 meter boven de weg. Met een afgrond waar Kim Holland nog van zou schrikken. Er zit een veiligheidskabel langs het pad. Geen idee hoe we daar een fiets aan vast moeten maken, dus maar gewoon gaan rijden. Nou ja rijden…..lopen, schuifelen en af en toe een paar meter op de fiets. Als Robin de camera van Jord (die had Jord meegegeven) aanzet. Moet de clown Mark direct zijn kunsten vertonen. Hij probeert zo snel in beeld te komen, dat hij over zijn clownsschoenen struikelt en bijna met fiets en al het ravijn in dondert. Geel voor Van Beek!
Ik vind het een wonder, maar we komen aan één stuk, en met z’n zeven op de weg beneden uit. Dan willen we snel naar huis. Plat op de buis met ruim 70 per uur richting Livigno. Dirk wil nog sneller. Hij ruikt het Weizenbier al op afstand. Hij gaat tussen het stuur en het zadel op de stang zitten op nog meer vaart te maken. Bij een bocht, druk hij de grote noppen van zijn voorband (die dus met ruim 70/uur tussen zijn vork suizen, tegen zijn bovenbeen. Het hele peloton krijgt gelijk zin in beenham. Dirk zwiepert vervaarlijk heen en weer maar houdt de macht over het stuur. Een diepe groef staat in zijn bovenbeen. Wat een duivenlul, oh nee…..
We zijn binnen. Het was weer keigaaf.
Three down three to go