Livigno 2018 – Day 1maandag 3 september, 2018
2-9-2018
1e etappe Livigno
Al weer een jaar verstreken. Gisteren heeft een gezelschap van 10 ‘die hards’ de reis naar Italië ondernomen. Uiteindelijk konden Rob Knikker en Endroe van Beek niet mee. Voor beiden vond ik het een wijs besluit om niet te gaan. Al voor de eerste tankbeurt viel het peloton uit elkaar. Dirk reed via Zwitserland, Marco via de Stelvio en Jordy over de Fernpass. De finish was dan ook over een tijdspanne van 4 uur verspreid. Omdat het geen officiële etappe is maak ik geen vermelding van de uitslag
Toen ik me vanmorgen in mijn biketenue hees, realiseerde ik me, dat het m’n 13e keer wordt. Lijkt me een teken om met enige voorzichtigheid de koers in te gaan. Dat voornemen is altijd goed. In de praktijk is dat best lastig als je omringd wordt door de midlife crisis op het witte paard met het IQ van de gemiddelde kamerplant. Maar goed het voornemen is er in ieder geval.
Als we na een goede nacht de gordijnen open doen, ziet het er somber uit. Het is droog, maar de lucht is zwanger van het vocht. WeerOnline voorspelt 0.1 mm regen, oplopend naar 0.3 mm. Dat lijkt niet veel, maar toen Mark deze hoeveelheid vocht oraal demonstreerde ging ik me pas echt zorgen maken. Maar goed, eerst maar even ontbijten. Dit is wel een little bummer. Het hotel ligt op grote afstand van het appartement. We gaan daarom met de auto naar ons ontbijt. Dat ontbijt is prima voor elkaar. Verse bolletjes, croissants, yoghurt, vers fruit en noem maar op. Naast het vullen van de maag, gebruiken we de toko ook om massaal het diner van gisteravond in de pot de dumpen. Marco heeft de wc-bril met ducttape afgeplakt en perst het riool vol met een bruine smeuïge substantie. Snel naar het appartement en klaarmaken voor de koers. Bij vertrek regent het al aardig. Als dit 0
.1 mm is dan wordt het nog een natte bende. Als we 500 meter op pad zijn, komen ons vijf renners tegemoet. Eén daarvan draag het rood -wit-blauw zoals wij dit gisteren aan het balkon hebben opgehangen. Klaas heeft namelijk een vlag van 5 x 3 meter beschilderd met het Bufnuckel-logo. Maar goed, die ene renner in de driekleur heeft wel een heel bekend koppie. Het is Matthieu van der Poel. Neerlands hoop in bange dagen vlamt de berg op. Zijn knechten hebben de jasjes los en kunnen maar met moeite volgen. Als we massaal Mathieu begroeten, kijk hij op en zegt: “Hee Geert, wat doe jij nou hier?”. Vanaf dat moment is de lol er al gelijk weer af. Oke we gaan rijden. We peddelen door het dal naar de voet van de eerste beklimming. We komen veel hardlopers en andere sportievelingen tegen. De klim gaat beginnen. T is al gelijk een venijnig kreng. Jordy heeft het roadbook gelezen en besloten de boel maar gelijk op scherp te zetten. Hij valt aan als een malle. We proberen massaal te pareren, maar t valt niet mee. Als we daarna op grote hoogte rijden begint die 0,2 mm fase. Ik denk dat we dat in Nederland gewoon een flinke regenbui noemen. De meeste mannen gaan op zoek naar het regenjasje. Na een hoop gemopper en gevloek tovert Dirk een zwart pakje tevoorschijn. Hij ontvouwt het ding en er knettert een nog veel hardere vloek door het prachtige landschap. Hij heeft alleen de hoes van zijn rugzak bij zich. De blinde paniek staat in zijn ogen. Hij rijdt met een zure blik een stukje verder. Als hij net goed nat begint te worden en het gemopper weer toeneemt, zegt Loch: “Ik heb nog wel een extra jasje”. Dirk is spontaan weer 10 jaar jonger. Hij kust Marco en trek het jasje aan. Als een blij ei rijdt hij verder. Een paar scherpe mannen kijken Loch met een groot vraagteken aan. Heej Mafkees, roepen ze. Al 10 jaar rij je in ouwe meuk en nu je met TransAlpen stopt ga je opeens nieuw spul aanschaffen. Heb je de loterij gewonnen ofzo?? Loch grijnst een beetje mysterieus maar laat verder niets los. De aandacht gaat al meteen weer naar Dirk. Die schreeuwt moord en brand om een technisch specialist. Er is iets vreselijk mis met zijn pedalen. De schoenen willen met geen mogelijkheid meer inklikken. Hij is zelf natuurlijk zo stijf als een braadworst bij – 23 graden en kan niet onder zijn schoen kijken. Als Daan deze inspecteert ligt hij rollend te lachen in het gras. Je moet je schoenhoezen ook niet onder je schoenen doen badmuts. Met het schaamrood op de kaken herstelt Den Doffer zijn technisch mankement. We kunnen door.
We ploeteren over een prachtig landschap. Het is best lastig fietsen. Grote rotsblokken en diepe plassen maken het een echte uitdaging. Mark heeft iedere 100 meter een vastloper in de modder of op een kei. Bij een tussenstop zijn we omringd door Murmeltieren. Met die kenmerkende dikke konten hobbelen ze over het pad voor ons uit. Zo af en toe fluiten ze naar elkaar. Andre probeert dat ook, maar de mannen geven duidelijk aan dat dit geen succes is. Teleurgesteld houdt Andre er mee op. Hij vond het zelf best goed, maar ja, dat vind ie wel vaker van zichzelf. Gelijk aanpakken dit gedrag. Daarna volgt een afdaling die alle kou en narigheid gelijk weer van de harde schijf wist. Een waar speelparadijs voor bikers. Het vloeit, stuitert en hobbelt langs een diep ravijn. Maar geen biker die zich daar aan stoort. Hij wordt heerlijk naar beneden geramd. Het hele pul staat te flippen onderaan de track. Ik zie Geert (onze nieuwkomer) met een grijns van een ouwe heks de berg af komen. Zijn gebit zit namelijk vol met blubber, waardoor het een waar fietsenrek lijkt. Hij laat horen dat hij nu wel begrijpt wat ons hier altijd zo bevangen heeft. Geert rijdt overigens een meesterlijk goede etappe. Zowel in de klim als op de niet eenvoudige afdalingen, staat hij zijn mannetje. Een gouwe pik om er bij te hebben. Hij zegt wel dat ie het behoorlijk slecht heeft in de klimmen. Lachend zegt bijna iedereen; “Join the club mafkees”. Dit gaat voor ons ook niet zonder de nodige pijn en verkramping. Als we verder rijden belanden we in een hardloopwedstrijd. De deelnemers kijken af en toe verbaasd naar dit stelletje moddervarkens (of motherfuckers zoals je wilt). De laatste klim is niet kinderachtig. Hij is voor 75% over het asfalt, maar het laatste stuk is zwaar zuigend grind en pittig stijl. Maar goed alles komt boven om te gaan genieten van een echte downhill. Gelukkig wel één voor beginners. Rob geeft aan dat hij het rustig aan doet. Zijn achterrem is naar de getver en zijn voorrem moet het alleen doen onder deze barre omstandigheden. We gaan dalen. Het is koud, nat en heerlijk tegelijk. De mannen genieten zichtbaar van deze thrill ride. Maar zoals in iedere lekkere wedstrijd, moet de scheidsrechter toch een keer ingrijpen. Was het vorig jaar nog een woud aan gele kaarten. Dit jaar deelt Bas Nijhuis de kaarten uit en geeft direct rood. Rob en Dirk hebben het laatste stuk van het parcours afgesneden om de risico’s met Rob zijn remmen te minimaliseren. Toch slaat het noodlot op de laatst 100 meter toe. Terwijl de meesten onderaan de track staan te wachten zien en horen we Dirk en Rob via de weg aankomen. Het is vooral horen. Rob gilt dat hij geen remmen meer heeft. Hij komt met een noodgang het pad afgesuisd en haalt Dirk in. Wij zien hem uit het zicht verdwijnen op een plek waar volgens ons alleen maar een rotswand is. Dirk zijn ogen worden zo groot als pizzaborden. Hij wenk ons met een angstig gezicht om te komen. Eenmaal op de crimescene zien we Rob als een arm hoopje op de grond liggen. Zijn fiets is er in ieder geval niet best aan toe. Het zadel is afgebroken en het achterwiel kan zo de spaghettiwinkel in. Rob ligt in de foetushouding met een van pijn vertrokken gezicht. Zijn maten ontfermen zich over hem. Hij ligt te riebelen als een schoothondje. We durven hem niet te verplaatsen. Hij klaagt over zijn heup, rug en ribben. Als we zien wat een smakkerd hij gemaakt moet hebben, is dat nog een wonder. We maken het hem zo geriefelijk mogelijk met een rugzak onder zijn hoofd en jassen over hem heen. De Bergrettung wordt gebeld en Rob gaat naar het ziekenhuis. De schade? Drie gebroken ribben, een paar schaafwonden op been en heup, de fiets naar de getver en veul pijn. Hij mag mee naar ‘huis’, maar hij moet rusten en pijnstillers slikken. De schrik zit er goed in. Dit was niet de bedoeling. Er volgt een logistieke middag, met vervoer van en naar het ziekenhuis en naar de apotheek enzo. Als we in het appartement zijn moeten we nog even bijkomen. Dat was nr 1. Ik ben dat nummer 13 nog niet vergeten helaas.
One down five to go