Livigno dag 4donderdag 6 september, 2018
5-9-2018
4e etappe Livigno
Gisteravond was het pizza night. Daan, Mark en André zijn het dorp in gereden om de was weg te brengen en pizza halen. Dat laatste ging heel soepel, maar die was dat was een dingetje. De hunchback wilde de was alleen doen als ze het uit de zakken mocht halen. Ik denk dat ze gruizig werd van de lucht, want wij hielden de vuile was liever binnenboord. Na een pittige discussie met het kreng nemen we de was weer mee naar huis, Maar goed dat we ook pizza vervoeren, dan is de lucht nog een beetje te harden. Eenmaal aan tafel wordt er lekker gesmikkeld. Natuurlijk wordt de Leaders Jersey weer uitgedeeld. Vrijwel unaniem strijkt Geert met de eer. De beste man loopt met een enorme erectie door het pand in zijn witte outfit. Wat mij betreft een terechte trofee. We drinken nog gezellig een biertje en gaan daarna maffen. Morgen wacht weer een zware dag.
We gaan ontbijten om ons voor te bereiden op weer een zware dag. En dat is het geworden ook.
De dag begint met bewolking in het dal, maar de zon doet al stevig zijn best. De mannen staan strak gekleed, klaar om te gaan. Geert straalt als een aap met zeven lullen in zijn leaders tenue. Terwijl we voorzichtig langs de turds van Pedro navigeren, maken Klaas en Rob filmpjes en foto’s. Klaas mag zijn grootste vaardigheid uit zijn werkende carrière ten toon spreiden. En dat is????? ………Bellen natuurlijk. Onder het vrolijke gerinkel trekken de 8 kaboutertjes het avontuur weer tegemoet. We rijden door het dorp naar de beklimming. Als we tussen twee gebouwen door een paadje zien liggen beginnen de drukkers zich te roeren. Daar kunnen we best omheen rijden, klinkt het brommend. Njente di tutti, gewoon omhoog blaffen met je zure kop. Pijn is fijn….. Oke we nemen het pad. Watta mistaka to maka. Niet normaal steil. Iedereen rijdt met de tong op de buis naar boven. De eerste lopers worden al gesignaleerd. Het vervelende is, dat we meteen al aan de hoofdklim van de dag zijn begonnen. Een goed begin is het halve werk, maar niet bij de Bufnuckels dus. Het is schitterend weer, maar ook heel erg steil. Ik ga naast mijn broer rijden en vraag hem naar zijn moraal. Klote roept hij hardgrondig. Dat had ik niet verwacht, dus ik vraag door. Hoezo dan. Nou ik voel me gewoon elke dag klote, is het antwoord. Hopelijk knap het arme joch snel op. Die berg gaat daar niet aan bijdragen in ieder geval. Tjeusus wat een kreng (dat kost me een Euro btw). Er is er een die volledig wordt genegeerd door de wetten van de zwaartekracht. Dat is Jordy. Die blaft die berg op zodat hij zelfs een E-mountainbiker zijn hielen laat zien. Jordy moet wel bij een duistere Italiaanse dokter zijn geweest om zoveel vermogen uit zijn lijf te kunnen persen. We klimmen door 2601 meter en eten bij een oud fort een bammetje, krentenbol of mueslireep. Dan is er nog een kort loopstuk. Voor ons dan, want Jord rijdt ook hier weer een heel eind omhoog op een plek waar het eigenlijk niet kan. Als we bovenop de berg staan gaan de windstoppers aan. Bij het afdalen wordt je steenkoud, vooral als je net daarvoor zwetend omhoog bent gekomen.
Er komt een Duitssprekende mountainbiker van de andere kant omhoog. Hij pakt zijn tas uit bij het kruis en de richtingsbordjes. Hij zoekt zijn camera. Ik vraag of ik ‘ein bild’ van hem moet maken. Hij vertelt dat hij zijn vrienden, die nog in de klim zitten, op de foto gaat zetten. Mooi moment om even te vragen hoe de afdaling er voor ons uitziet. Hij kijk naar onze fietsen en zegt; “Met die fietsen wordt het waarschijnlijk lopen!”. Wij zijn meteen uitgedaagd. Ik duik als eerste het pad op. Nou ja pad. Het zijn eigenlijk twee smalle stroken waar het water een diepe groef tussen heet geslepen. Na twee haarspelden zie ik de vrienden van de Duitse fotograaf. Zij zien mij ook en beginnen te filmen. Ze snappen niet dat wij hier op de fiets naar beneden komen. Ik groet ze en rijdt langs ze heen. Dat doet bijna iedereen. Behalve Dirk. Die knuffelt de beste man zo heftig, die hij gelijk een e-mailadres van het krijgt. Ik meende hem zelfs nog even te horen kuchen.
Jordy raakt in een haarspeld een stevig rotsblok en kneust een paar ribben als hij over zijn stuur duikt. Dat geeft geen vertrouwen voor de rest van de afdaling. Andre, Marco, Robin, Mark en Daan zitten in een geweldige flow en razen de helling af. Ze moeten best even wachten voordat de rest beneden komt. Geert slaagt een oerkreet dat hij dit heeft geflikt.
We gaan nog verder dalen. Op een bepaald punt, staan we volgens de navigatie een paar meter te hoog. Daan fabriceert een steun onder het schrikdraad en glijden met z’n allen de helling af. Als we het pad weer oppakken koersen we verder. Na nog een kleien hoogtewissel komen we op een trail die barstensvol met stronken zit. Daar jagen we met volle snelheid door heen. Iedereen vind het te gek. We komen weer parallel aan de Berninaspoorlijn te fietsen en strijken in de berm neer voor een stropwafeltje. Als we dan nog een pittig stuk hebben geklommen, strijken we neer in het dorpje Goulash (als ik het goed heb verstaan) en voor het eerst van de week nemen we een pauze op het terras. We krijgen soep met worst en een hele grote cola. Het zonnetje schijnt en je zou bijna denken dat je op vakantie was. Maar als Daan weer op zijn fluitje blaast en roept:”…..ennnnn doorrrrrr!”. Je raadt het al, dan moeten we door. Er is wat onduidelijkheid over de route. Er zit namelijk een tunnel in waar je sowieso niet met de fiets doorheen mag. Wij moeten er dus eigenlijk omheen zien te komen. We klimmen over het asfalt en de navigatie blijft ons maar melden dat we vanaf moeten #hoedan?. Uiteindelijk staan we dus met onze eigenwijze neuzen voor die tunnel. Ja, wat dacht je dan? Dat ie opeens verdwenen was ofzo? Zal wel aan mij liggen. Letterlijk 20 meter voor de tunnel vertrekt een paadje dat ook om de tunnel heen zou leiden. Het bord verboden voor fietsen is echter zo groot, dat we niet kunnen doen alsof we dat niet hebben gezien. Verder is het ook nog een grensovergang en de douaniers staan ons in de gaten te houden. Als er een paar wandelaars het pad af komen, doet Daan even navraag over de mogelijke fietsbaarheid van het pad. Volgens de hoogteprofielen op de navi moet het best kunnen namelijk. En wij moeten nog best lang op de fietspendelbus wachten. De wandelaars vermoeden het voornemen van Daan en verbieden hem met dergelijk schoeisel deze, in hun ogen, gevaarlijke tocht te ondernemen. Als ze weglopen en wijk kijken ze na, vragen we ons af hoe deze Benidorm basterds het dan zelf hebben overleefd. Het is niet meer dan twee rollators een kunstheup en een houten poot. Maar goed, de bus komt zo dus we doen maar braaf wat er van ons wordt verwacht. Zodra de bus aan komt rijden ziet iedereen direct het probleem. Die bus kan max een man of 10 met fiets meenemen, en er staan er ongeveer 20 te wachten. Wij waren ook niet de eersten, dus we gaan een rondje moeten wachten. De chauffeur beloofd zijn best te doen om snel terug te zijn. Nou nog maar even wachten dus. Een kwartier later is de bus terug en kunnen we mee. Naast ons gaat er nog een wielrenner mee. We hopen stiekum dat we straks in zijn wiel door die nare tunnels, in de spreekwoordelijke ‘bus’ naar huis kunnen fietsen. Helaas hadden de Bufnuckels daar geen geduld voor. Zodra er is uitstapt, schakelen een paar mannen het grote mes op en jagen we met 40 per uur kop over kop naar Livigno. Jordy, rijdt op paracetamol en blaast lange tijd op kop. Wat een beest is dat zeg. Die wielrenner heb ik in ieder geval nooit meer gezien.
Ook deze rit is weer klaar. Hij was geweldig!
Omdat donderdagavond de bonte avond moet worden, vermeld ik in dit verslag ook vast hoe de avond van dag 4 verliep. Ik vermoed dat ik daar morgen namelijk niet meer toe in staat zal zijn 😊.
We eten in een gezellig Italiaans restaurant. Nog voor de we aan tafel zitten, wordt Robin te kakken gezet. Als hij net voorzichtig het bruine puntje van zijn middageten tussen zijn billen doordrukt, wordt hij wreed verstoord door een paar maffe Bufnuckels die de deur van het toilet proberen te forceren. Ahh jongens, doe nou niet, kermt Robin en trekt vlug het bruine puntje weer naar binnen. Wij zijn er niet zeker van of dat ook is gelukt. Als de deur dreigt af te breken, staken de hooligans het geweld en laten ze Robin met rust. Ik denk dat ie van angst de rest van de week niet meer kan kakken. Dan is hij in ieder geval niet alleen, want ook Rob staat tot aan zijn peilglaasjes vol. Hij durft sinds zijn val niet zoveel kracht te zetten, dat het bruine gevaarte in beweging komt. Ik hoop dat zijn succesvolle poging niet in het bijzijn van andere levende wezens zal zijn. De lucht van 1 dag is bij Rob al voldoende om een gezonde olifant te bedwelmen. Kan je nagaan wat 4 dagen gaat doen.
We gaan naar het appartement en doen nog de verkiezing voor de leaders jersey. Het zal jullie niet verbazen dat deze vandaag naar Jordy ging. Mijn stem had in ieder geval al te pakken bij de e-bike. Volledige terecht en het staat hem geweldig. We gaan pitten!
Four down two to go